Bandenspanning en bandenslijtage kun je eenvoudig zelf controleren.

Waarom bandspanning controleren?

Uit elke band ontsnapt continu een beetje lucht. Daarom is het belangrijk om maandelijks de bandenspanning te controleren. Een te lage bandenspanning is slecht voor het brandstofverbruik, maar ook voor de wegligging. Bovendien wordt een zachte band snel heet, waardoor er meer kans is op een klapband. Een te hoge bandenspanning is ook niet goed: dit zorgt ook voor een slechter contact met de weg en een hogere bandenslijtage.

Zo controleer je de bandenspanning

  • Controleer bij voorkeur als de banden koud zijn. De banden zijn ‘koud’ wanneer je niet meer dan 5 kilometer hebt gereden.
  • De juiste bandenspanning staat in het instructieboekje, op een sticker in het portier of aan de binnenkant van de tankklep.
  • LET OP: De fabrikant kan een afwijkende spanning opgeven voor rijden met volle bepakking; houd daar rekening mee als je bijvoorbeeld op vakantie gaat.
  • Bij de meeste tankstations kan je de bandenspanning controleren en in één moeite door de banden oppompen. Dit is niet altijd gratis.
  • Stel de meter van de pomp in op de juiste spanning.
  • Schroef het dopje van het ventiel, sluit het mondstuk van de pomp erop aan en houd deze net zolang aangedrukt totdat de gewenste bandenspanning is bereikt. Meestal hoor je dan een signaal. Let er op dat je het mondstuk rechthoudt, zeker (licht)metalen ventielen zijn gevoelig voor breken).
  • Vergeet niet om ook het reservewiel te controleren.
  • Je kunt ook thuis de bandenspanning meten met een eenvoudige drukmeter die je op het ventiel aansluit.

Banden controleren op slijtage

Elke band slijt en verliest dus profieldiepte. Minder profiel betekent een slechtere afvoer van water. Dat kan uiteindelijk leiden tot aquaplaning. Je heeft dan geen contact meer met de weg maar rijdt op een film van water, wat tot een slippartij kan leiden. Als banden teveel zijn afgesleten, moeten ze dus vervangen worden.

TIP: Vervang banden als ze minder dan 2 mm profiel hebben.

Zo controleer je banden op slijtage

  • Aan het profiel van uw banden kunt u zien in hoeverre de banden afgesleten zijn.
  • De profieldiepte kun je zelf meten met een eenvoudig schuifmaatje.
  • Wettelijk en ook voor de APK-keuring is 1,6 mm de minimale profieldiepte, de ANWB adviseert minimaal 2 mm.
  • Vervang banden die ouder zijn dan zes jaar, ook al zit er nog voldoende profiel op.

Wanneer nieuwe banden?

Wettelijk zijn banden aan vervanging toe bij een profieldiepte van minder dan 1,6 millimeter. Maar dat is uit hoofde van de verkeersveiligheid eigenlijk al te weinig. De ANWB adviseert banden te vervangen als er twee millimeter profiel of minder op zit. En vervang winterbanden als er minder dan vier millimeter profiel op zit.

Let er op dat banden scheef kunnen afslijten. De buitenzijde van het loopvlak (het deel dat contact heeft met het wegdek) is dan nog relatief goed, maar aan de binnenzijde kan het profiel al bijna zijn weggesleten. Dan staat de band niet recht onder de auto. Laat de garage dat controleren. En de band moet natuurlijk vervangen worden.